Maurice Braspenning
Tijdens een periode van herstel na ziekte bracht Maurice Braspenning veel tijd door in de natuur. Het bracht hem nieuwe inzichten en ideeën en gaandeweg vond het zijn weg in de studio en op zijn schilderijen. De decentralisatie van de mens in zijn werk valt samen met de gedachte dat de natuur het aller belangrijkste is, al denkt de mens vaak anders.
In eerste instantie groeide er allerlei vegetatie op de doeken. Bladeren, in een compositie, takken, paddestoelen en insecten, maar gaandeweg stelde hij steeds meer de dieren centraal. Portretten van vogels, wolven, honden, apen.
Door middel van een losse, vlotte de kwaststreek, creëert hij ruimte op het platte vlak. Het kleurgebruik kan soms vervreemdend werken.
De schilderkunstige blik op deze wereld levert krachtige beelden op, waarin structuur en kleur een belangrijke rol spelen.
Het gebruik van kleur roept vragen op. Zo krijgt het ruimte voor meerdere betekenissen en invalshoeken.
Zoals het schilderij van een ultramarijn doodshoofdaapje, dat je recht in de ogen aankijkt.
Het ultramarijn blauw is mooi en helder alhoewel het over het algemeen niet echt de kleur van een aap is. Hij heeft de aap bij zijn lurven gepakt en hem in een complementaire kleur geschilderd. Dan is er de vraag voor de toeschouwer die dit tafereel aanschouwt. Is dit een schilderkunstige ingreep? Gaat het om het menselijk manipuleren van de natuur? Verwijst het naar dierenexperimenten? Is het nacht? Het is aan de kijker welke kant het op gaat.